De zwart-witte franje aap
24 augustus 2018Een kill in de Serengeti – Tanzania
4 september 2018De zwart-witte franje aap
24 augustus 2018Een kill in de Serengeti – Tanzania
4 september 2018Een olifant en de tent
Een olifant
‘Goof, Goof’, fluister ik, terwijl ik naar mijn slapende zoon kijk, ‘het is echt waar, word wakker.’ Met een kloppend hart probeer ik hem wakker te schudden. We liggen samen in een safari tent midden in een National Park en zijn van de buitenwereld gescheiden door canvas muren en ramen van gaas om muggen buiten te houden. Muggen zijn nu mijn laatste zorg. Buiten lopen minstens tien olifanten die al smakkend en knagend het gras rond onze tent eten. Vanuit ons twee persoonsbed kan ik ze bijna aanraken. Maar Govert krijg ik niet wakker.
Onze middelste had een weekendje weg verdiend. Samen met z’n moeder en hij mocht bepalen waarheen. Na uitgebreid literatuuronderzoek –inside guide Tanzania- besloot Govert dat het Ruaha National Park moest worden, in het zuiden van Tanzania. Hij had ook al een tented camp gevonden, midden in het park.’Wilde dieren lopen gewoon door het kamp’, sprak hij vol verwachting, ‘ik heb op de plaatjes een olifant gewoon naast de tent gezien.’
Tja, en daar liggen we dan, Govert in een diepe slaap en ik in grote twijfel of ik op het ‘I am in danger’ fluitje moet blazen. Ik haal diep adem en probeer te volgen wat er allemaal rondom onze tent gebeurt. Ik zie een groot mannetje zijn enorme kont tegen een boom schuren, op een paar meter afstand van onze tent. Ik schat in dat de boom het wel houdt. Daar lopen twee kleintjes voorbij, hun slurven over de grond slepend op zoek naar los gras. Een groot vrouwtje loopt er doelgericht achteraan. Plots hoor ik iets aan de achterkant van onze tent, waar onze ‘badkamer’ zich bevind. Een open ruimte, omringd door een betonnen muur van 1.80m waardoor je ongezien onder de sterren kunt douchen. Maar een grote slurf kent geen schaamte en kan water van een grote afstand ruiken. Wat er achterin onze tent gebeurde weet ik niet exact. Ik merk dat ik het ook niet wil weten. Bang kruip ik tegen mijn zoon aan. Ik krijg een arm om me heen geslagen, hoor een zucht en voel dat Govert weer in een diepe slaapt terugzakt. Bij mij duurt het wat langer.
De volgende ochtend laten de pootafdrukken van de olifanten zien dat een groep inderdaad heel dicht in de buurt van onze tent is geweest. Ook het ruiken van water had onze gids niet overdreven. Onze badkamer is gevuld met gras en de waterleiding naar de zonneboiler van de douche is gebroken.
’Waarom heb je me niet wakker gemaakt?’ roept Govert vol irritatie, als hij ziet wat een prachtig schouwspel hij heeft gemist. ‘Je weet toch dat ik dat had willen zien?’ Ik mompel excuses en geruststellende woorden, ‘Ze komen vannacht vast weer’.
Dat bleek gelukkig niet het geval.